Gedragscode Persoonlijk Onderzoek

Uit cijfers van het Centrum Bestrijding Verzekeringscriminaliteit komt naar voren dat elk jaar voor ruim 85 miljoen euro wordt gefraudeerd. Het is voor verzekeraars, bedrijven en consumenten van belang dat verzekeringsfraude hard wordt aangepakt. De financiële schade die verzekeraars hierdoor lijden heeft een directe invloed op de hoogte van de premies. Het Verbond van Verzekeraars heeft de Gedragscode Persoonlijk Onderzoek – hierna GPO – opgesteld

In de GPO staan de beginselen staan beschreven die een verzekeraar in acht moet nemen bij het uitvoeren van een persoonlijk onderzoek en onder welke voorwaarden een verzekeraar mag overgaan tot persoonlijk onderzoek.

Bekijk hier de volledige gedragscode,

Aan de hand van navolgend voorbeeld maak ik de toepassing van de GPO duidelijk en de uitwerking.

De zaak in het kort

Een bouwvakker vordert van zijn werkgever Foekens een aanvullend voorschot op een schadevergoeding en buitengerechtelijke kosten nadat hij slachtoffer is geworden van een arbeidsongeval op de bouwplaats. De bouwvakker heeft ook de verzekeraar van de werkgever gedagvaard, voor het geval de hoogte van het eigen risico van de werkgever overschreden wordt. De bouwvakker heeft echter onvoldoende aannemelijk gemaakt dat hij volledig en duurzaam arbeidsongeschikt is en dus aanspraak heeft op een hogere schadevergoeding dan dat al aan hem uitgekeerd is.
Het in opdracht van Foekens opgestelde onderzoeksrapport wordt, gelet op het belang van waarheidsvinding, bij de beoordeling van het geschil door de kantonrechter betrokken. De tegenvordering van de bouwonderneming – tot veroordeling in haar kosten – wordt afgewezen omdat geen sprake is van misbruik van procesrecht of een onrechtmatige daad door de bouwvakker.

Het procesverloop

De bouwvakker daagt Foekens en MS Amlin (de verzekeraar) op 24 november 2021 en de mondelinge behandeling vond plaats op 27 december 2021. Op deze zitting heeft de bouwvakker zijn vordering vermeerderd en heeft Foekens een tegenvordering ingediend.

De feiten

  1. De bouwvakker is op 14 januari 2019 bij Foekens in dienst getreden in de functie van medewerker bouwplaats.
  2. Foekens heeft bij MS Amlin een bedrijfsaansprakelijkheidsverzekering afgesloten met een eigen risico van € 25.000
  3. Op 29 januari 2019 zijn er tijdens de uitoefening van zijn werkzaamheden meerdere bakstenen op het hoofd van de bouwvakker gevallen. Deze is naar de Spoedeisende Hulp van het OLVG gegaan. De conclusie van de dienstdoende neuroloog luidt: “licht traumatisch hoofd-hersenletsel zonder traumatische intracraniële afwijkingen”.
  4. De bouwvakker heeft zich aansluitend aan het arbeidsongeval volledig arbeidsongeschikt gemeld. Twee dagen na het ongeval is hij weer aan het werk gegaan.
  5. Op 11 februari 2019 heeft Foekens per brief aan de bouwvakker medegedeeld dat zijn arbeidsovereenkomst in de proeftijd wordt beëindigd omdat zijn functioneren niet voldoet aan de eisen binnen het bedrijf. De bouwvakker heeft zich diezelfde dag ziek gemeld en vanaf 11 februari 2019 tot 3 maart 2019 Ziektewetuitkering ontvangen.
  6. Via een brief van 21 februari 2019 heeft de gemachtigde van de bouwvakker bouwbedrijf Foekens aansprakelijk gesteld voor de gevolgen van het arbeidsongeval. Foekens heeft deze aansprakelijkstelling doorgestuurd naar MS Amlin. MS Amlin heeft het dossier voor behandeling overgedragen aan Sedgwick TPA.
  7. Begin maart 2019 is de bouwvakker voor ongeveer 1,5 jaar gaan werken als allround medewerker bij het verhuisbedrijf M.G. Facility B.V. Hij is vervolgens ziek uit dienst gegaan en ontvangt sindsdien een Ziektewetuitkering.
  8. Op 11 juli 2019 heeft in aanwezigheid van de bouwvakker, zijn gemachtigde en een medewerker van de verzekeraar een huisbezoek plaatsgevonden. Deze heeft op 19 juli 2019 een verslag opgesteld. Per e-mail op 28 november 2019 heeft de verzekeraar aansprakelijkheid voor het ontstaan van het ongeval erkend.
  9. Medio januari 2020 heeft MS Amlin twee voorschotten aan de bouwvakker betaald, te weten € 3.000 aan schade en € 3.605 aan buitengerechtelijke kosten.
  10. Een medisch adviseur van Medisch Adviesbureau Leiden heeft op verzoek van de bouwvakker op 5 maart 2020 een advies uitgebracht. De conclusie luidt dat de bouwvakker het advies voor een fysiotherapiebehandeling en een revalidatietraject niet heeft opgevolgd, dat er geen advies kan worden gegeven over de visusproblemen van de bouwvakker en dat het bijzonder is dat visusproblemen worden veroorzaakt door een ongeval zoals dat is voorgevallen en dat nog geen sprake is van een medische eindsituatie.
  11. Een verzekeringsarts van Medas B.V. heeft op een verzoek van de verzekeraar op 13 maart 2020 een eerste advies uitgebracht. In de beschouwing van de arts staat onder andere: “(…) In de afwezigheid van traumatische objectiveerbare afwijkingen mag een volledig herstel verwacht worden binnen enkele maanden, hooguit een halfjaar. (…) Een percentage blijvende invaliditeit kan hiervoor niet worden aangenomen. (…) In afwezigheid van posttraumatische aantoonbare afwijkingen kan ik de hoofdpijnklachten en concentratieproblemen die in september 2019 bestaan, niet verklaren vanuit het geruime tijd eerder hebben opgelopen van een licht traumatisch hoofdhersenletsel, een vorm van een hersenschudding. De oorzaak voor deze klachten zal gezocht moeten worden in andere factoren. Welke dat zijn, kan ik uit de summiere informatie niet opmaken. (…).”
  12. Op 1 juni 2021 heeft MS Amlin Foekens aansprakelijk gesteld voor de schade die zij lijdt door de weigering van Foekens om de schade te regelen toen de mogelijkheid zich voordeed en de schaderegeling ter hand te nemen. Ook heeft MS Amlin voorgesteld de kwestie met de bouwvakker af te handelen. Foekens is daarmee niet akkoord gegaan.
  13. Op 10 augustus 2021 heeft een neuroloog verbonden aan MediThemis op van verzoek van de bouwvakker een medisch advies uitgebracht. Uit dit medisch advies volgt dat sprake is van licht traumatisch schedel-hersenletsel (een hersenschudding) en dat de prognose over het algemeen goed is maar dat een deel van de slachtoffers chronische klachten houdt. Verder wordt gewezen op het gebruik van pijnstillers door de bouwvakker die waarschijnlijk een rol spelen bij het in stand houden van de klachten.
  14. Op 17 november 2021 heeft de verzekeraar een vervolg medisch advies verkregen. Het advies van de medisch adviseur luidt: “Naar mijn mening dient er aanvullende medische informatie beschikbaar te komen van de huisarts, waaruit blijkt of betrokkene inderdaad is verwezen naar een psycholoog voor ondersteuning en/of een revalidatiearts voor een multidisciplinair traject. Wellicht zal uit deze aanvullende medische informatie kunnen worden afgeleid of er sprake was van continu nieuwe hoofdpijnklachten sinds het ons regarderende incident van 19 januari 2019. Indien dit hieruit niet zou blijken, zou het standpunt van collega (…) kunnen worden ingenomen dat er vanwege de discontinuïteit van de informatie tussen februari 2019 en eind september 2019 geen direct verband zou bestaan tussen het incident met de baksteen en de latere en huidige hoofdpijnklachten van betrokkene.”
  15. Foekens heeft Recherchebureau Heijm B.V. op 2 december 2021 opdracht gegeven een feitenonderzoek uit te voeren in verband met “een mogelijke frauduleuze ziekmelding en aansprakelijkheid stelling door ex-werknemer”.
  16. Het feitenonderzoek heeft plaatsgevonden van 6 december 2021 tot en met zaterdag 18 december 2021. Op 21 december 2021 is het rapport uitgebracht. De conclusie luidt onder andere dat met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid de bouwvakker niet bij zijn ouders maar bij zijn vriendin woont. Verder wordt geconcludeerd dat de bouwvakker in de betreffende periode zeven dagen op verschillende markten zelfstandig en alleen werkzaamheden heeft uitgevoerd bij een andere onderneming. Het is de rapporteurs “zeker uit onze waarnemingen niet gebleken dat subject arbeidsongeschikt is en dat hij door welke gezondheidsklachten dan ook in zijn dagelijkse werkzaamheden gehinderd wordt.”

Het geschil & de GPO – Gedragscode Persoonlijk Onderzoek

De bouwvakker vordert dat de kantonrechter Foekens veroordeelt tot betaling van € 20.000 aan voorschot op geleden materiële schade, € 5.000 aan voorschot voor immateriële schade en € 15.000 aan voorschot op buitengerechtelijke kosten. Hij vordert daarnaast veroordeling van MS Amlin tot betaling van deze bedragen voor zover het totaal van deze bedragen het eigen risico van de door Foekens bij MS Amlin afgesloten aansprakelijkheidsverzekering overstijgt.

Foekens betwist de vordering. Zij voert aan dat de bouwvakker niet volledig en duurzaam arbeidsongeschikt is. Uit het onderzoek van Recherchebureau Heijm B.V. is gebleken dat hij in staat is lange dagen te werken. Ook is uit het onderzoek gebleken dat hij niet op zichzelf of bij zijn vader woont en huishoudelijke hulp geniet, zoals hij stelt, maar bij zijn vriendin woont. Foekens is daarbij niet gebonden aan de Gedragscode Persoonlijk Onderzoek (GPO) en had alle aanleiding om een onderzoek uit te laten voeren. Foekens heeft niet onrechtmatig gehandeld. Tot slot leent de onderhavige kwestie zich niet voor kort geding. Foekens vordert dat de kantonrechter de bouwvakker veroordeelt tot betaling van € 19.764 aan kosten van haar advocaat en de kosten van het onderzoek. Zij legt aan deze tegenvordering ten grondslag dat de bouwvakker haar heeft misleid en er dus sprake is van een zelfstandige onrechtmatige daad richting Foekens.

Gedragscode Persoonlijk Onderzoek - hierna GPO - opgesteld waarin de beginselen staan beschreven die een verzekeraar in acht moet nemen bij het uitvoeren van een persoonlijk onderzoek

MS Amlin betwist de vordering. Zij voert aan dat Foekens geen recht heeft op een uitkering en dat MS Amlin dit aan de bouwvakker kan tegenwerpen. Deze heeft niet aangetoond dat zijn schade de reeds gedane voorschotten overstijgt, laat staan dat deze in de buurt komt van het eigen risico van de polis. MS Amlin betwist de omvang van de gestelde schade en betwist dat hij nog altijd beperkingen heeft als gevolg van het arbeidsongeval. Zonder (onafhankelijke) medische expertise is er onvoldoende grond om nu een relatie aan te nemen tussen de gestelde huidige arbeidsongeschiktheid en het arbeidsongeval.

De bouwvakker betwist de tegenvordering. Op de stellingen van partijen wordt, waar nodig, hierna ingegaan.

De beoordeling

De vordering en de tegenvordering lenen zich voor gezamenlijke behandeling. De vordering in kort geding kan alleen worden toegewezen als de bouwvakker daarbij een spoedeisend belang heeft. Het spoedeisend belang vloeit voort uit de aard van de vordering.

Verder is voor toewijzing van de vordering in dit kort geding vereist dat de feiten en omstandigheden die aan de vordering ten grondslag zijn gelegd, voldoende aannemelijk zijn. Ook moet in voldoende mate waarschijnlijk zijn dat de vordering in een nog te voeren gewone procedure (bodemprocedure) zal worden toegewezen. Voor nader onderzoek naar bepaalde feiten en omstandigheden of voor bewijslevering door bijvoorbeeld getuigen is in dit kort geding geen plaats. Dat moet gebeuren in een eventuele bodemprocedure. De beoordeling in dit kort geding is dan ook niet meer dan een voorlopig oordeel over het geschil tussen partijen.

De bouwvakker vordert in deze procedure een (aanvullend) voorschot op een schadevergoeding na een arbeidsongeval, zodat sprake is van een geldvordering. Volgens vaste rechtspraak geldt dat met betrekking tot een voorziening in kort geding, bestaande in veroordeling tot betaling van een geldsom, terughoudendheid op zijn plaats is. De rechter zal daarbij niet alleen hebben te onderzoeken of het bestaan van een vordering van de eiser op de gedaagde voldoende aannemelijk is, maar ook of daarnaast sprake is van feiten en omstandigheden die meebrengen dat uit hoofde van onverwijlde spoed een onmiddellijke voorziening is vereist, terwijl de rechter in de afweging van de belangen van partijen mede zal hebben te betrekken de vraag naar het risico van onmogelijkheid van terugbetaling, welk risico kan bijdragen tot weigering van de voorziening.

De bouwvakker maakt bezwaar tegen het meenemen van het onderzoeksrapport en stelt dat het onderzoeksrapport zowel op grond van de GPO als artikel 6:162 Burgerlijk Wetboek onrechtmatig is en buiten beschouwing moet worden gehouden. De kantonrechter gaat hierin niet mee en zal het rapport bij zijn beoordeling betrekken en overweegt daartoe als volgt:

De GPO is niet van toepassing in de relatie tussen Foekens en de bouwvakker. De kantonrechter ziet geen aanleiding in afwijking daarvan de GPO in deze situatie toe te passen. Over de onrechtmatigheid van het onderzoek overweegt de kantonrechter dat vast staat dat de bouwvakker niet op de hoogte was van het persoonlijk onderzoek en hij geen toestemming heeft gegeven voor het onderzoek. Ervan uitgaande dat het onderzoek inbreuk oplevert op de persoonlijke levenssfeer van bouwvakker, ziet de kantonrechter echter geen grond om het onderzoek onrechtmatig te achten en buiten beschouwing te laten. De kantonrechter is van oordeel dat het onderzoek een legitiem doel kon dienen en daarvoor een geschikt middel was, nu Foekens onbetwist heeft gesteld dat zij concrete aanwijzingen had ten aanzien van de omstandigheden rond de bouwvakker en zij beperkt was in haar bewijspositie. Gelet daarop is de inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van de bouwvakker ook niet onevenredig in verhouding tot het gerechtvaardigd belang van Foekens. In het licht van het voorgaande overweegt de kantonrechter ten slotte nog dat het belang van de waarheidsvinding zwaarder weegt dan eerdergenoemde belangen van de bouwvakker.

De kantonrechter is van oordeel dat de bouwvakker onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat hij aanspraak kan maken op een hogere vergoeding dan dat reeds door MS Amlin aan hem was uitgekeerd en dus nog een vordering op Foekens en/of MS Amlin heeft. De kantonrechter overweegt daartoe als volgt:

De bouwvakker heeft onvoldoende aannemelijk gemaakt dat hij volledig en duurzaam arbeidsongeschikt is als gevolg van het arbeidsongeval. Uit de overgelegde adviezen en het onderzoeksrapport kan dit niet zondermeer worden afgeleid. Uit de medische adviezen blijkt dat de bouwvakker een lichte hersenschudding heeft opgelopen en dat de vooruitzichten gunstig zijn. Uit de adviezen leidt de kantonrechter af dat meer informatie nodig is om een oordeel te kunnen geven over de arbeids(on)geschiktheid van de bouwvvakker en de oorzaak daarvan. In dat kader acht de kantonrechter relevant dat in de adviezen onder andere wordt verwezen naar het, door de bouwvakker niet weersproken, veelvuldig gebruik van pijnstillers ter onderdrukking van zijn klachten en de mogelijke invloed daarvan op zijn gesteldheid. De bouwvakker heeft verder nog betoogd dat de whiplash-jurisprudentie en de daarin omschreven maatstaf ook in deze niet-whiplash-zaak kan worden toegepast. Wat daar ook van zij, het blijft aan de bouwvakker om aannemelijk te maken dat sprake is van gezondheidsklachten en van een causaal verband tussen de gezondheidsklachten, de beperkingen en het arbeidsongeval, hetgeen hij zoals hiervoor reeds overwogen in deze procedure onvoldoende heeft gedaan. In het onderzoeksrapport wordt het beeld dat het de vraag is of de bouwvakker volledig en duurzaam arbeidsongeschikt is bevestigd. Uit het onderzoeksrapport volgt dat hij in de onderzoeksperiode zeven van de negen dagen in de marktkraam van een andere ondernemer heeft gewerkt en heeft geen afdoende verklaring kunnen geven voor zijn veelvuldige aanwezigheid in de kraam. De stelling dat hij op de markt werkte om te voorkomen dat hij in een sociaal isolement zou komen komt de kantonrechter niet aannemelijk voor.

Deze procedure leent zich niet voor nader onderzoek. Te denken valt dan aan een onafhankelijke medische expertise ten aanzien van de relatie tussen de door de bouwvakker gestelde arbeidsongeschiktheid en het arbeidsongeval en of, indien sprake is van reële klachten, deze klachten beperkingen met zich mee brengen. Met de informatie die de kantonrechter nu tot zijn beschikking heeft, is naar zijn oordeel niet voldoende aannemelijk geworden dat de bouwvakker in een bodemprocedure aanspraak kan maken op een hogere vergoeding dan dat al door MS Amlin is uitgekeerd. De vordering van de bouwvakker wordt afgewezen.

Tegenvordering

Foekens vordert bij wijze van tegenvordering veroordeling van de bouwvakker in de kosten die zij vanwege deze procedure heeft moeten maken. Een veroordeling in de werkelijke proceskosten is volgens vaste jurisprudentie alleen mogelijk in geval van misbruik van procesrecht of onrechtmatig handelen. Daarvan is pas sprake als het instellen van de vordering, gelet op de evidente ongegrondheid ervan, in verband met de betrokken belangen van de wederpartij achterwege had behoren te blijven. Hiervan kan eerst sprake zijn als een partij haar vordering baseert op feiten en omstandigheden waarvan zij de onjuistheid kende dan wel behoorde te kennen of op stellingen waarvan zij op voorhand moest begrijpen dat deze geen kans van slagen hadden. Bij het aannemen van misbruik van procesrecht of onrechtmatig handelen door het voeren van een procedure past terughoudendheid, gelet op het recht op toegang tot de rechter dat mede gewaarborgd wordt door artikel 6 EVRM.

De kantonrechter is van oordeel dat de door Foekens aangevoerde omstandigheden onvoldoende zijn voor een veroordeling tot betaling van de haar kosten. In het onderhavige geval kan niet worden gezegd dat de bouwvakker op voorhand moest begrijpen dat zijn vordering geen kans van slagen had. Tussen partijen bestaat discussie over de arbeidsongeschiktheid van de bouwvakker, de oorzaak daarvan en de beperkingen die hij ondervindt en de kantonrechter heeft hiervoor overwogen dat op dit moment onvoldoende aannemelijk is geworden dat de bouwvakker in een bodemprocedure aanspraak kan maken op een hogere vergoeding. Dat de bouwvakker Foekens op basis van bewust onjuiste gronden in rechte heeft betrokken is onvoldoende gebleken.

De proceskosten komen voor rekening van de bouwvakker, omdat hij ongelijk krijgt. De door MS Amlin gevorderde rente over de proceskosten zal worden toegewezen vanaf de datum gelegen 14 dagen na betekening van dit vonnis. Gelet op de samenhang tussen de vordering en de tegenvordering zullen de proceskosten wat betreft de tegenvordering worden bepaald op nihil.

De beslissing

  1. De kantonrechter wijst de vordering af en veroordeelt de bouwvakker tot betaling van de proceskosten van Foekens, die tot en met vandaag voor worden vastgesteld op een bedrag van € 747,00
  2. De kantonrechter veroordeelt de bouwvakker eveneens tot betaling van de proceskosten van de verzekeraar die worden vastgesteld op een bedrag van € 747,00
  3. De kantonrechter wijst ook de tegenvordering af en veroordeelt Foekens tot betaling van de proceskosten, die tot en met vandaag voor de bouwvakker worden vastgesteld op nihil.

Lichamelijk letsel, geestelijk letsel en materiële schade kunnen verstrekkende en levenslange gevolgen hebben voor onze cliënten. Bel 0800 44 55 000 als u slachtoffer bent van letselschade veroorzaakt door anderen.

Hijink Advocaten is 100% gespecialiseerd in letselschade en wij werken met een compleet team van specialisten en advocaten om uw belangen te behartigen. Schakel bij letselschade altijd uw eigen specialist in want wij werken alleen in uw belang!

Ons eerste telefonisch advies verplicht u tot helemaal niets en is volledig gratis.

Vestiging Arnhem
Onderlangs 1
6812 CE Arnhem
(026) 442 39 13

Vestiging Nijmegen
Kerkenbos 1021
6546 BB Nijmegen
(024) 388 66 80

Lichamelijk letsel, geestelijk letsel en materiële schade kunnen verstrekkende en levenslange gevolgen hebben voor onze cliënten. Bel 0800 44 55 000 als u slachtoffer bent van letselschade veroorzaakt door anderen.

Hijink Advocaten is 100% gespecialiseerd in letselschade en wij werken met een compleet team van specialisten en advocaten om uw belangen te behartigen. Schakel bij letselschade altijd uw eigen specialist in want wij werken alleen in uw belang!

Ons eerste telefonisch advies verplicht u tot helemaal niets en is volledig gratis.

Vestiging Arnhem
Onderlangs 1
6812 CE Arnhem
(026) 442 39 13

Vestiging Nijmegen
Kerkenbos 1021
6546 BB Nijmegen
(024) 388 66 80

    Volledige naam

    E-mailadres

    Telefoonnummer

    Wellicht ook interessant

    Bron: Rechspraak.nl

    Om de hoogte te bepalen van het smartengeld wordt veel gebruik gemaakt van de smarten geldwijzer. Aan de hand van een aantal vragen kunnen wij u een indicatie geven.

    Bereken het hier

    Schrijf u in voor onze nieuwsbrief
    Letselschade advocaat