Voetgangers van achteren aangereden door snorfietser op het fietspad

Op 1 mei 2022 rond 22.20 uur zijn twee wandelaars betrokken bij een verkeersongeval op het fietspad naast de Nesdijk in Bergen. Zij liepen naast elkaar aan de rechterzijde van het fietspad. Een bij ASR verzekerde snorfietser naderde beide wandelaars van achteren op een Vespa Sprint. Beide voetgangers van achteren aangereden.

De snorfietser heeft beide wandelaars niet tijdig waargenomen en hen van achteren geraakt. Alle drie de betrokkenen zijn ten val gekomen en hebben letsel opgelopen.

Wandelaar 1 heeft als gevolg van het ongeval tijdelijk zijn bewustzijn verloren en voor naar het ziekenhuis overgebracht en daar behandeld voor multitrauma. Hij had kneuzingsletsel over het hele lichaam, meerdere botbreuken in het gezicht met neusscheefstand, een breuk in zijn rechter grote teen, ernstige pijnklachten in alle tanden, wazig zien en dubbelzien van het rechteroog en ernstige hoofdpijnklachten. Hij is na twee dagen uit het ziekenhuis ontslagen en enige tijd arbeidsongeschikt geweest. Hij was sinds 1 juli 2022 fulltime in dienst bij Liander als ingenieur en ervaart op dit moment nog veel hoofdpijnklachten.

Wandelaar 2 was ten tijde van de aanrijding zwanger en is een week later (prematuur) bevallen. Zij was reeds onder behandeling van een psycholoog vanwege twee eerdere zwangerschappen die door vroeggeboortes zijn afgebroken. Ze krijgt EMDR therapie.

Beide wandelaars hebben de verzekeraar van de snorfietser (ASR), bij brief van 10 mei 2022 aansprakelijk gesteld. ASR is bereid om 50% van de schade ten gevolge van de aanrijding te vergoeden.

Het geschil

Beide wandelaars verzoeken de rechtbank te bepalen dat ASR voor 100% aansprakelijk is voor de door hen ten gevolge van de aanrijding geleden en nog te lijden schade en de kosten van dit deelgeschil te begroten aan de hand van de door mr. Keereweer ingediende specificatie en te bepalen dat ASR die kosten aan beide wandelaars moet betalen.

Ze leggen aan hun verzoek ten grondslag dat de snorfietser, die een veiligheidsnorm heeft geschonden, volledig aansprakelijk is voor de aanrijding. Hij heeft nagelaten, met inachtneming van de nodige oplettendheid, haar snelheid zodanig en tijdig aan te passen dat zij met haar snorfiets tijdig een situatie kon scheppen waarin zij nog verantwoord kon inhalen dan wel een aanrijding kon voorkomen. Hij heeft bovendien nagelaten om tijdig een geluids- of ander waarschuwingssignaal te geven, zodat de wandelaars daarop adequaat hadden kunnen reageren en de aanrijding voorkomen. Op de plek van de aanrijding is het fietspad een lange rechte weg en voldoende verlicht, ook bij schemering volgens de wandelaars.

Verweer

ASR voert gemotiveerd verweer en stelt dat aan de wandelaars verwijten gemaakt kunnen worden die ertoe moeten leiden dat de causale bijdrage van snorfietser ter zake van het ongeval niet meer dan 50% bedraagt.

ASR voert daartoe aan dat de wandelaars geen rekening hebben gehouden met het fietsverkeer. Zij liepen aan de rechterzijde van het fietspad en naast elkaar met de rug naar het verkeer dat in dezelfde richting ging. Het was op de avond van het ongeval gedeeltelijk bewolkt en de zon was, meer dan een uur voor het tijdstip van het ongeval, onder gegaan. Het betrof een donker gedeelte tussen twee lantaarnpalen en wandelaar 1 droeg donkere kleding, zonder reflectiemateriaal.

De wandelaars hebben nagelaten om achter elkaar te lopen en/of in de berm te stappen toen de snorfietser hen naderde. Op het rustige fietspad in het buitengebied van Bergen moet het geluid van een naderende snorfiets hoorbaar zijn geweest. Deze verwijten aan de zijde van de wandelaars leiden ertoe dat ASR niet voor meer dan 50% aansprakelijk is voor de gevolgen. De mate van verwijtbaarheid van het rijgedrag van de snorfietser hiertegen afgezet, rechtvaardigt volgens ASR geen billijkheidscorrectie. Dit geldt evenmin voor het letsel van wandelaar 1. Dit letsel is niet zodanig (geweest) dat dit de kwalificatie ernstig toekomt en er om die reden een billijkheidscorrectie zou moeten plaatsvinden, aldus ASR.

De beoordeling

De mate waarin de snorfietser, en daarmee ASR, gehouden is de schade die de wandelaars als gevolg van het ongeval hebben geleden en nog zullen lijden aan hen te vergoeden, houdt partijen tot op heden verdeeld en blokkeert daarmee de verdere afwikkeling van de schade. Een uitspraak van de rechter kan bijdragen aan een succesvolle afronding van de buitengerechtelijke onderhandelingen. Het verzoek leent zich daarom voor behandeling in deelgeschil.

Aansprakelijkheid

Het gaat in deze zaak om een ongeval tussen een snorfiets en een voetganger. Dat brengt met zich dat ASR, als verzekerde van de snorfietser, op grond van artikel 185 van de Wegenverkeerswet (WVW), behoudens overmacht, in beginsel volledig aansprakelijk is voor het ongeval en de daaruit voortvloeiende schade. Overmacht aan de zijde van de snorfietser is niet gesteld of gebleken.

Evenmin, zo staat tussen partijen vast, is er sprake van opzet of aan opzet grenzende roekeloosheid aan de zijde van de wandelaars. De aansprakelijkheid van de snorfietser staat daarmee vast.

Eigen schuld

De snorfietser beroept zich op eigen schuld van de wandelaars, zodat haar vergoedingsplicht moet worden verminderd. Artikel 6:101 lid 1 BW bepaalt dat wanneer de schade mede een gevolg is van een omstandigheid die aan de benadeelde kan worden toegerekend, de vergoedingsplicht wordt verminderd door de schade over de benadeelde en de vergoedingsplichtige te verdelen in evenredigheid met de mate waarin de aan ieder toe te rekenen omstandigheden tot de schade hebben bijgedragen.
Oftewel, de vergoedingsplicht van de snorfietser moet worden verminderd wanneer het ongeval mede aan het verkeersgedrag van de wandelaars te wijten is. Indien de rechtbank oordeelt dat sprake is van eigen schuld bij de wandelaars zal tenminste 50% van de schade ten laste van de snorfietser worden gebracht vanwege de verwezenlijking van het gevaar dat is verbonden aan het door haar bestuurde motorrijtuig.

In deze zaak ligt de vraag voor of er, naar de maatstaven van artikel 6:101 BW, sprake is van eigen schuld dat er toe moet leiden dat meer dan 50% van de schade ten laste van snorfietser moet worden gebracht omdat haar gedragingen in verhouding tot die van de wandelaars voor meer dan 50% tot de schade hebben bijgedragen. In dat geval zal ASR een hoger percentage van de schade van de wandelaars aan hen moeten vergoeden.

De volgende feiten en omstandigheden van belang:

  1. De aanrijding van partijen vond plaats op een fietspad voor verkeer in twee richtingen, waarop de rijstroken worden gemarkeerd door een witte stippellijn.
  2. Ter plaatse ontbreekt een trottoir en/of voetpad. In dat geval bepaalt artikel 4 lid 2 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV) dat zij het fietspad konden gebruiken. De wandelaars hebben niet in strijd met genoemde verkeersregel gehandeld.
  3. Hoewel partijen twisten over de mate van duisternis, blijkt uit de overgelegde foto’s dat het zicht van de snorfietser beperkt was. Het was schermerig en de verlichting van de lantaarns op het fietspad was matig. Dit betekent voor de snorfietser dat zij haar snelheid zodanig had moeten aanpassen dat zij in staat was haar snorfiets tot stilstand te brengen binnen de afstand waarover zij de weg kon overzien en waarover deze vrij was.
  4. Op de wandelaars rustte echter de verplichting zich zodanig te gedragen dat zij de doorgang voor de snorfietser niet belemmerden.
  5. Vaststaat dat de wandelaars, gezien hun looprichting, tezamen op de rechterhelft van het fietspad liepen. De snorfietser reed in dezelfde richting aan de rechterzijde op het fietspad. Als zodanig belemmerden de wandelaars de rijrichting van de snorfietser. Ze hadden dus geen zicht op achterop komend verkeer. Omdat beiden in de schemering op een niet goed verlicht fietspad liepen, had van hen mogen worden verwacht dat zij zodanig op het fietspad liepen dat zij de overige deelnemers niet hinderden en goed zicht hadden op eventuele tegen- of achterliggers. Aldus hadden zij ofwel aan de linkerzijde van het fietspad (gezien vanuit hun looprichting) moeten gaan lopen, zodat zij zicht hadden op het hen tegemoet komende verkeer, ofwel hadden zij aan de rechterzijde achter elkaar moeten lopen.
  6. Verder had van hen verwacht mogen worden dat zij enig reflectiemateriaal hadden gedragen, ook indien zij geen donkere kleding droegen. De rechtbank laat in het midden of hiervan sprake was. Door na te laten één of meerdere van deze voorzorgsmaatregelen te treffen, hebben de wandelaars gehandeld in strijd met de hetgeen uit zorgvuldigheid van hen verwacht had mogen worden. Dit betekent dat zij verwijtbaar hebben gehandeld en dat dit mede heeft bijgedragen aan het ontstaan van het ongeval.

De rechtbank is op grond van het voorgaande van oordeel dat de gedragingen van de snorfietser in verhouding tot die van de wandelaars voor 85% tot de schade hebben bijgedragen zodat dit percentage van de schade ten laste van ASR moet worden gebracht.

Billijkheidscorrectie

De rechtbank ziet geen aanleiding voor bijstelling van deze verdeling van de aansprakelijkheid (de zogeheten billijkheidscorrectie) op grond van de ernst van de over en weer gemaakte fouten. Ook de ernst van het letsel, waarvan de wandelaars stellen nog steeds de gevolgen te ondervinden, is niet zodanig ernstig dat dit in het kader van de billijkheidscorrectie gevolgen voor de verdeling van de schade moet hebben. Evenmin brengen, naar het oordeel van de rechtbank, andere bijzondere omstandigheden mee dat de verdeling moet worden bijgesteld.

Kosten van het deelgeschil

De rechtbank moet de kosten van deze deelschilprocedure te begroten.

De beslissing

De rechtbank bepaalt dat ASR voor 85% aansprakelijk is voor de door de wandelaars ten gevolge van de aanrijding geleden en nog te lijden schade en begroot de kosten aan de zijde van wandelaars op € 6.315,19 en veroordeelt ASR om 85% hiervan aan de wandelaars te betalen.

Lichamelijk letsel, geestelijk letsel en materiële schade kunnen verstrekkende en levenslange gevolgen hebben voor onze cliënten. Bel 0800 44 55 000 als u slachtoffer bent van letselschade veroorzaakt door anderen.

Hijink Advocaten is 100% gespecialiseerd in letselschade en wij werken met een compleet team van specialisten en advocaten om uw belangen te behartigen. Schakel bij letselschade altijd uw eigen specialist in want wij werken alleen in uw belang!

Ons eerste telefonisch advies verplicht u tot helemaal niets en is volledig gratis.

Vestiging Arnhem
Onderlangs 1
6812 CE Arnhem
(026) 442 39 13

Vestiging Nijmegen
Kerkenbos 1021
6546 BB Nijmegen
(024) 388 66 80

    Volledige naam

    E-mailadres

    Telefoonnummer

    Ook interessant

    Termen:

    • billijkheidscorrectie
    • zorgvuldigheid
    • verwijtbaar
    • artikel 4
    • artikel 19 RVV
    • artikel 185 WVV

    Om de hoogte te bepalen van het smartengeld wordt veel gebruik gemaakt van de smarten geldwijzer. Aan de hand van een aantal vragen kunnen wij u een indicatie geven.

    Bereken het hier

    Schrijf u in voor onze nieuwsbrief
    Letselschade advocaat