Een pick-uptruck rijdt 120 waar 50 is toegestaan en rijdt achterop een automobilist die zonder verlichting invoegt vanaf een tankstation. De verzekeraar van de pick-up betaalt 75% van de letselschade van de invoegende bestuurder en vordert dit bedrag terug van de verzekeringsnemer vanwege roekeloosheid.
De rechter beoordeelt of de bestuurder de door de verzekeraar betaalde schade van het verkeersongeval moet terugbetalen aan de verzekeraar en of de aansprakelijkheid tussen de beide bestuurders juist is vastgesteld.
Ook na een bedrijfsongeval kan het begrip roekeloosheid aan de orde komen. Werkgeversaansprakelijkheid is uitgesloten als een ondergeschikte gewond raakt door bewust roekeloos of opzettelijk handelen. Dit artikel ziet echter alleen op bewuste roekeloosheid bij een schadeverzekering.

Gratis rechtsbijstand en advies bij letselschade
Regresvordering WAM-verzekeraar vanwege roekeloosheid
De WAM-verzekeraar van de pick-uptruck betaalt 75% van de schade van de van achter aangereden bestuurder. De verzekeraar wil dat de bestuurder van de pick-up dit bedrag terugbetaald. De procedure bij de rechter draait daarom met name om de vraag of de verzekeraar in dit geval terecht een beroep doet op uitsluiting van de dekking vanwege roekeloosheid.
Uitsluiting dekking WAM-verzekering vanwege roekeloosheid
Verzekeringsvoorwaarden bevatten uitsluitingsgronden. In de WAM-verkering is roekeloosheid een van de uitsluitingsgronden. De verzekering biedt bij roeksloosheid geen dekking en de verzekeringsnemer betaalt daarom zelf de veroorzaakte schade. In de toepasselijke verzekeringsvoorwaarden is de uitsluiting bij roekloosheid als volgt verwoord:
“Artikel 2 Gemeenschappelijke uitsluitingen:
De volgende uitsluitingen zijn op alle Bijzondere voorwaarden van toepassing, voor zover daarin niet uitdrukkelijk wordt afgeweken. De verzekering geeft geen dekking indien:
2.2 Opzet of roekeloosheid
een verzekerde of iemand die bij de uitkering belang heeft de schade met opzet of door roekeloosheid veroorzaakt;
Artikel 7:952 BW uitsluiting verzekeringsdekking bij roekeloosheid in de wet
De uitsluiting van verzekeringsdekking bij roekeloosheid (en opzet) is ook in de wet opgenomen in artikel 7:952 Burgerlijk Wetboek. Dit deel van het burgerlijk wetboek bevat regels over de schadeverzekering:
‘Boek 7 Artikel 952 (7:952 BW) Schade door opzet of roekeloosheid
De verzekeraar vergoedt geen schade aan de verzekerde die de schade met opzet of door roekeloosheid heeft veroorzaakt.‘
Wanneer is er sprake van roekeloosheid bij een WAM-verzekering?
De rechter beschrijft wanneer er sprake is van roekeloosheid. Iemand handelt roekeloos als iemand weet of behoort te weten dat door een buitengewoon onvoorzichtige gedraging een grote kans op schade ontstaat. Roekeloosheid betekent dus dat iemand iets doet waaraan zeer duidelijk grote risico’s zijn verbonden. Bij opzet heeft iemand de wil om schade te veroorzaken. Bij bewuste roekeloosheid neemt iemand voor lief dat de schade ontstaat :
‘Het hof stelt voorop dat onder roekeloosheid als zwaarste schuldvorm moet worden verstaan een buitengewoon onvoorzichtige gedraging waardoor er ernstig gevaar voor een ander in het leven is geroepen, terwijl de betrokkene/veroorzaker zich daarvan bewust was, althans had moeten zijn. Een enkel moment van onoplettendheid is daarbij onvoldoende. Wel dienen daarbij telkens alle omstandigheden van het geval in aanmerking te worden genomen.’

Beoordeling roekeloosheid door de rechter
Het gerechtshof beoordeelt of de rechtbank terecht vaststelde dat er sprake was van roekeloosheid. De hoge snelheid is volgens de rechter roekeloos in combinatie met het donker (slecht zicht), het natte weer (langere remweg) en de aanwezigheid van zijwegen (kans op invoegende auto’s). Het hof vindt dat de rechtbank dit juist beoordeelde en neemt een deel van de motivatie van de rechtbank over:
‘“Dit leidt tot de vaststelling dat [appellant 2] voorafgaande aan het ongeval met een snelheid van 100 a 120 kilometer per uur reed, waar een maximum snelheid 50 kilometer per uur geldt. Allianz mag dit rijgedrag als roekeloos in de zin van de verzekeringsvoorwaarden bestempelen. De maximum snelheid dient ter voorkoming van verkeersongevallen en door die norm op grove wijze te schenden nam [appellant 2] een onaanvaardbaar risico. Dit geldt te meer omdat het donker was, het wegdek nat was en [appellant 2] zijwegen passeerde waarin tegenliggers zouden kunnen inslaan of waar vanaf weggebruikers de [locatie] zouden kunnen oprijden. Dit laatste is door Allianz door middel van foto’s voldoende aangetoond.”
Het gerechtshof neemt een deel van de motivering van de rechtbank over en voegt een eigen overweging toe. Bij de toevoeging noemt het hof onder andere het grote gewicht en de robuustheid van de pick-uptruck:
‘Door zonder enige noodzaak zodanig hard te rijden op een eenbaansweg waar de maximale snelheid 50 km/uur bedraagt, terwijl het donker is en auto’s vanaf het tankstation de weg op (kunnen) draaien heeft [appellant 2] op geen enkele wijze aangetoond rekening te houden met andere weggebruikers Bovendien reed [appellant 2] in een auto die een meer dan gemiddeld gewicht en robuustheid kent.’
Roekeloosheid en grove schuld
Het begrip roekeloosheid is een vervanger van het begrip grove schuld dat voorheen in de wet was opgenomen:
‘Het begrip roekeloosheid in art. 7:952 BW komt daarmee overeen met het voordien gehanteerde begrip “grove schuld” en drukt daarmee uit: een in laakbaarheid aan opzet grenzende vorm van schuld.’
Tegenbewijs roekeloosheid
Er is sprake van roekeloosheid vanwege de extreem hoge snelheid, de omstandigheden en de aanwezigheid van een tankstation (uirit). De rijsnelheid is vastgesteld aan de hand van een EDR (Event Data Recorder). Dit is een computer in de auto die gegevens vastlegt en kan worden uitgelezen na een ongeval. De bestuurder brengt hier alleen tegen in dat hij twijfelt aan deze gegevens, maar levert geen bewijs van de onjuistheid van de vastgestelde snelheid. Bij de schadeafhandeling zal van de juistheid van digitale informatie worden uitgegaan tenzij het tegendeel wordt bewezen.
Aanrijding hardrijder en auto zonder verlichting
De van achter aangereden bestuurder kreeg ongetwijfeld 100% schadevergoeding als hij met verlichting had gereden. Door de hoge snelheid is er geen sprake van een voorrangsfout. De pick-up was dusdanig ver verwijderd van de uitrit dat er geen verplichting bestond om voorrang te verlenen. De rechter vindt daarom dat het redelijk is dat de bestuurder van de pick-up 75% van de schade betaalt.
Digitaal bewijs na een verkeersongeval
De snelheid waarmee de pick-uptruck reed is vastgelegd door een EDR (Event Data Recorder). Het EDR systeem in de auto legt informatie vast die uitgelezen kan worden na een ongeval. Ook een smartphone slaat alle aanrakingen op. Moderne technologie speelt daarom een steeds grotere rol na een ongeval. Hardrijders en mensen die hun telefoon gebruiken onder het rijden, leggen dus zelf verkeersovertredingen vast voorafgaand aan een ongeval.
Gratis rechtsbijstand en advies bij letselschade
Bel naar 0800 44 55 000, stuur een e-mail naar info@letselschadeadvocaat.nl of vul het onderstaande contactformulier in.
Bron: www.rechtspraak.nl Gerechtshof Den Haag 9 december 2025, ECLI:NL:GHDHA:2025:2541

