Een aannemer schakelt een zelfstandige in voor schilderwerkzaamheden. De schilder gebruikt een ladder om op een balkon te komen. Als hij zich vasthoudt aan het balkon breekt een spijl af. De schilder verliest zijn evenwicht en valt van de ladder op de grond. De rechtbank Noord-Holland beoordeelt of de aannemer aansprakelijk is voor de letselschade van de zelfstandige schilder.
Aansprakelijkheid van een opdrachtgever voor letselschade van een zzp’er
De aansprakelijkheid voor werkgevers bij bedrijfsongevallen geldt ook voor personen zonder arbeidsovereenkomst zoals zelfstandigen. Een opdrachtgever is aansprakelijk voor letselschade van een zelfstandige als de zelfstandige voor zijn veiligheid afhankelijk is van de opdrachtgever en de overeengekomen werkzaamheden binnen de bedrijfsvoering van de opdrachtgever passen:
‘In artikel 7:658 lid 4 BW is bepaald dat een ‘werkgever’ die in de uitoefening van zijn beroep of bedrijf arbeid laat verrichten door een persoon met wie hij geen arbeidsovereenkomst heeft, overeenkomstig lid 1-3 aansprakelijk is voor de schade die deze persoon in de uitoefening van zijn werkzaamheden lijdt.‘

Zelfstandige valt van ladder bij schilderwerk voor aannemer
De zelfstandige voert schilderwerk uit in opdracht van een aannemer. Als de zelfstandige een ladder gebruikt om op een balkon te klimmen gaar het mis. Een houten spijl breekt af en het slachtoffer valt van de ladder. Bij de val van hoogte breekt de zelfstandige onder andere beide polsen en zijn kaak:
‘Op 28 september 2023 heeft [eiser] werkzaamheden aan de woning verricht voor [gedaagde]. Toen [eiser] zich vanaf een ladder op het balkon van de woning wilde hijsen, is een van de houten spijlen van het balkon afgebroken waardoor hij zijn evenwicht is verloren en naar beneden is gevallen (hierna: het ongeval). [eiser] is vervolgens met de ambulance naar het ziekenhuis vervoerd en is daar één nacht opgenomen geweest. [eiser] heeft als gevolg van het ongeval zijn beide polsen en zijn rechterkaak gebroken. Daarnaast heeft hij letsel opgelopen aan zijn linkerschouder en linkerenkel.’
Verweer aannemer tegen aansprakelijkheid voor ondergeschikte
De aannemer wijst de aansprakelijkheid af. De aannemer zegt dat de zelfstandige geen opdracht kreeg om het balkon te betreden. De zelfstandige zou alleen opdracht hebben gekregen om op de begane grond aan het werk te gaan. De zelfstandige zou bovendien bekend zijn met de houtrot aan het balkon:
‘[gedaagde] heeft in dat verband aan [eiser] de opdracht gegeven om op de begane grond de kozijnen van de aanbouw te schuren. [eiser] is op eigen houtje via een ladder op het balkon geklommen, terwijl hij wist dat sprake was van houtrot aan het balkon. Het ongeval komt dan ook geheel voor zijn eigen rekening en risico.’
Bedrijfsongeval zelfstandige schilder
De zorgplicht van werkgevers en de werkgeversaansprakelijkheid ziet op alle ondergeschikten. Denk bijvoorbeeld aan vrijwilligers en stagiaires, maar ook aan zzp’ers. Een opdrachtgever is aansprakelijk voor letselschade van een zzp’er als de zelfstandige voor de veiligheid afhankelijk is van de opdrachtgever en de werkzaamheden worden verricht in het kader van het beroep of bedrijf van de opdrachtgever. De werkzaamheden worden verricht in het kader van het beroep of bedrijf van de opdrachtgever als het bedrijf werkzaamheden verricht in hetzelfde vakgebied:
‘De schakelbepaling kan ook van toepassing zijn op opdrachtnemers, mits de opdrachtnemer voor de zorg van zijn veiligheid (mede) afhankelijk is van de opdrachtgever én de werkzaamheden worden verricht in het kader van het beroep of bedrijf van de opdrachtgever.’
Vereisten schakelbepaling artikel 7:658 lid 4 BW
De rechter oordeelt dat er sprake is van een situatie waarin de zelfstandige voor zijn veiligheid afhankelijk was van de aannemer en dat schilderwerk behoort tot de beroeps- en bedrijfsuitoefening van de aannemer. Er is daarom voldaan aan de vereisten van de schakelbepaling in artikel 7:658 lid 4 BW:
‘Er zijn onvoldoende aanwijzingen om aan te nemen dat sprake was van een vriendendienst. Ter zitting is duidelijk geworden dat [eiser] vaker werkzaamheden voor [gedaagde] uitvoerde, waarvoor hij contant en/of per tikkie werd betaald. [gedaagde] had als hoofdaannemer de zeggenschap over de uit te voeren werkzaamheden en stelde daarbij ook zijn eigen materiaal, zoals de steiger en gereedschappen, ter beschikking. Uit de stellingen van partijen volgt dat de werkzaamheden van [eiser] (en zijn collega) werden aangestuurd door [gedaagde]. Op grond van het voorgaande was [eiser] bij de uitvoering van de werkzaamheden voor de zorg voor zijn veiligheid (mede) afhankelijk van [gedaagde]. Het staat niet ter discussie dat het verrichten van schilderwerkzaamheden behoort tot de beroeps- of bedrijfsuitoefening van [gedaagde]. Daarmee is aan alle vereisten voor toepasselijkheid van de schakelbepaling voldaan.’
Zorgplicht werkgever bij gebruik ladder
De van de ladder gevallen zelfstandige toont aan dat hij letsel opliep tijdens zijn werk. De aannemer/opdrachtgever moet vervolgens bewijs leveren waaruit blijkt dat de benodigde veiligheidsmaatregelen zijn genomen om dit specifieke ongeval te voorkomen. In dit geval stelt de rechter vast dat het bewijs niet is geleverd. De aannemer is daarom aansprakelijk voor de letselschade van de gevallen zelfstandige:
‘De kantonrechter is van oordeel dat [gedaagde] onvoldoende heeft onderbouwd dat hij aan zijn zorgplicht heeft voldaan. Hij heeft niet toegelicht welke maatregelen hij heeft genomen om een ongeval zoals [eiser] is overkomen, te voorkomen. Het enkele feit dat [gedaagde] aan de collega van [eiser] heeft laten zien dat het balkon via de woning te bereiken was, is onvoldoende om aan aansprakelijkheid te ontkomen. Gesteld noch gebleken is dat [gedaagde] de door hem ingeschakelde personen uitdrukkelijk heeft gewaarschuwd voor de verminderde draagkracht van het balkon en maatregelen heeft getroffen om te voorkomen dat zij zich aan de spijlen van het balkon zouden optrekken.’
Gratis rechtsbijstand en advies bij letselschade
Bel naar 0800 44 55 000, stuur een e-mail naar info@letselschadeadvocaat.nl of vul het onderstaande contactformulier in.
Bron: www.rechtspraak.nl Rechtbank Noord-Holland 7 mei 2025, ECLI:NL:RBNHO:2025:5191