Eenzijdig ongeval

Een eenzijdig ongeval is een verkeersongeval waarbij maar één weggebruiker betrokken is. Bijvoorbeeld als een auto van de weg raakt, als een fietser valt door een gat in de weg of door een afzetting die in het donker op de weg staat.

In sommige gevallen is het mogelijk een schadevergoeding te krijgen voor letselschade na een eenzijdig ongeval. De aansprakelijke partij kan de wegbeheerder zijn bij een gebrek aan de weg of weginrichting. Bij een eenzijdig verkeersongeval door een los voorwerp kan de veroorzaker van het gevaar aansprakelijk zijn. Als u van de weg raakt, ergens tegenaan rijdt of valt door een andere weggebruiker is er sprake van een gewoon verkeersongeval, waarvoor de andere bestuurder aansprakelijk is. Een eenzijdig ongeval is dus een ongeval waarbij 1 weggebruiker betrokken is.

Het bespreken van uw eenzijdige ongeval met een letselschade advocaat geeft direct inzicht uw mogelijkheden. Bel naar 0800 – 44 55 000.

Letselschade eenzijdig ongeval

Bij een letselschadeclaim na een eenzijdig verkeersongeval is de gemeente meestal de tegenpartij. De letselschadeclaim ziet op alle schade die door het ongeval ontstaat. Denk bijvoorbeeld aan inkomensschade, medische kosten, autoschade, schade aan persoonlijke eigendommen, en reiskosten. Bovenop de vergoeding voor alle schade krijgt het slachtoffer smartengeld voor pijn, leed en afname van levensplezier.

Eenzijdig ongeval door uitwijken of schrikken

Dat er maar 1 weggebruiker schade lijdt, betekent niet dat er sprake is van een eenzijdig ongeval. Een ongeval kan ook het gevolg zijn van een schrikreactie of uitwijken. In dat geval is de bestuurder die de schrikreactie veroorzaakt of waarvoor moet worden uitgeweken mogelijk aansprakelijk.

Gebrekkige weg

De wegbeheerder (meestal de gemeente) is aansprakelijk als een gebrek aan de weg of weginrichting schade veroorzaakt. Er is sprake van een gebrek als de weg niet voldoet aan de eisen die we daaraan in de gegeven omstandigheden mogen stellen. Een gebrek aan de weg kan ontstaan door een gebrek aan onderhoud, maar ook door de keuzes die zijn gemaakt om de weg aan te leggen.

Aansprakelijk eenzijdig ongeval door gebrekkige weg

De vraag die we stellen, is of de weg voldoet aan de eisen die we daaraan in de gegeven omstandigheden mogen stellen. Daarbij kan bijvoorbeeld gekeken worden naar de CROW-normen voor weginrichting. In het geval van een gat of bult is bijvoorbeeld van belang hoe groot het hoogteverschil is en hoe zichtbaar het gat of de verhoging is.

Eenzijdig ongeval door gevaarzetting

Gevaarzetting betekent dat er een schadevergoedingsplicht ontstaat vanwege het veroorzaken van een gevaarlijke situatie. Een ander kan bijvoorbeeld aansprakelijk zijn voor een gevaarlijk geplaatste afzetting, modder op de weg of een gevaarlijk geparkeerde auto.

Aansprakelijkheid door gevaarzetting in het verkeer

Of er sprake is van gevaarzetting toetsen we aan de hand van de zogenaamde kelderluikcriteria. Kort gezegd komt dit er op neer dat we beoordelen hoe gevaarlijk de situatie is. Daarbij stellen we de volgende vragen:

Wat is de kans op een ongeval?
Hoe druk is het ter plaatse
Zijn er eerder ongevallen gebeurd door deze gevaarlijke situatie?
Hoe zichtbaar was het gevaar?
Letten mensen ter plaatse goed op of zijn er
Wat is de kans dat iemand hier (ernstig) gewond raakt?
Zijn er maatregelen te treffen om het gevaar weg te nemen (waarschuwingsbord?)

Verschil gebrek en gevaarzetting

Wegen, lantaarnpalen, paaltjes, zakpalen en andere duurzaam met de grond verbonden straatmeubilair zijn net als gebouwen zogenaamde opstallen. Voor gebrekkige opstallen gelden speciale aansprakelijkheidsregels. Voorwerpen die niet duurzaam met de grond verbonden zijn, zoals hekken, rijplaten, pionnen, aanhangers en voertuigen zijn geen opstallen. Bij een aanrijding met een los voorwerp kijken we daarom of er sprake is van gevaarzetting en niet of er sprake is van een gebrek aan de weg/een opstal.