Een bestuurder van een auto wil een vergoeding voor schade aan zijn voertuig na een aanrijding met een fatbiker. De minderjarige fatbiker verleende geen voorrang en had geen werkende remmen. De rechter bepaalt uiteindelijk dat de ouders van de minderjarige fatbiker 30% van de schade van de automobilist moeten betalen.
Deze recente uitspraak van de rechtbank Den Haag laat zien dat fatbikers net als fietsers beschermd worden door de wet. De ouders van de minderjarige fatbiker die geen voorrang verleent en geen werkende remmen heeft, betaalt slechts 30% van de schade die ontstaat bij de aanrijding. Deze verdeling van de schade gaat alleen op bij een fatbike ongeval met een motorvoertuig. Als de tegenpartij een voetganger of andere fietser is dan verdelen we de schade aan de hand van de gemaakte verkeersfouten.
Gratis rechtsbijstand en advies bij letselschade
Ouders aansprakelijk voor schade veroorzaakt door 14 jarige fatbiker
De bestuurder van de fatbike is 14 jaar oud. Dit bekent dat de ouders van de fatbiker aansprakelijk zijn, tenzij de ouders aantonen dat hen geen verwijt gemaakt kan worden. Als de ouders dit bewijs leveren dan is de veertienjarige zelf aansprakelijk:
‘Vooropgesteld wordt dat [gedaagde 3] op het moment van de aanrijding veertien jaar oud was. Op grond van artikel 6:169 lid 2 van het Burgerlijk Wetboek (BW) zijn [gedaagde 1] en [gedaagde 2] als ouders aansprakelijk voor schade veroorzaakt door een fout van [gedaagde 3] , tenzij zij aannemelijk kunnen maken dat hun geen verwijt treft dat de gedraging van het kind niet is belet. In het geval dat de disculpatie door de ouders slaagt, bestaat een eigen aansprakelijkheid voor het kind.’
Moet de fatbiker een deel van de schade aan de auto betalen?
De fatbiker rijdt zonder werkende remmen en verleent geen voorrang bij het verlaten van een uitrit. De rechter stelt daarom vast dat de fatbiker verkeersfouten maakte en daarom aansprakelijk is ten opzichte van de automobilist:
´Omdat [gedaagde 3] hiermee een bijzondere manoeuvre uitvoert, namelijk uit een uitrit de weg oprijden, geldt dat hij het overige verkeer voor had moet laten gaan en dat het uitgangspunt dat bestuurders op kruispunten voorrang moeten verlenen aan voor hen van rechts komende bestuurders niet opgaat. Dit volgt uit artikel 15 lid 1 en artikel 54 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV 1990). [gedaagde 3] heeft [eiser] niet voor laten gaan en heeft dus schuld aan de aanrijding.´
Moet een bestuurder rekening houden met fatbikers die zich niet aan de verkeersregels houden?
De rechter oordeelt dat de automobilist rekening moest houden met deze verkeersfouten van de fatbiker. De bestuurder had zijn rijgedrag moeten aanpassen. De auto bestuurder kan dus een verwijt worden gemaakt, daarom is er geen sprake van overmacht. De bestuurder van de auto krijgt daarom geen volledige schadevergoeding:
‘Daarbij komt dat de door [gedaagde 3] gemaakte fout niet zo onwaarschijnlijk was dat [eiser] bij het bepalen van zijn verkeersgedrag met de mogelijkheid van die fout geen rekening hoefde te houden. Dit betekent dat het beroep van [eiser] op overmacht niet slaagt en dat de schade aan zijn auto in beginsel voor minimaal 50% voor zijn eigen rekening blijft.‘
Beoordeling bijdrage fatbike en auto bij ontstaan van de aanrijding
De rechter stelt vast dat de zowel de fatbiker als automobilist fouten maakten. De rechter vindt dat de bestuurder van de auto 60% van de schade veroorzaakte en de fatbiker de resterende 40%:
‘[eiser] heeft zijn snelheid onvoldoende aangepast en heeft onvoldoende rekening gehouden met de drukke verkeerssituatie. Aan [gedaagde 3] kan worden toegerekend dat hij geen voorrang aan [eiser] heeft verleend, bij het uit een uitrit de weg oprijden onvoldoende voorzichtig is geweest, en op een elektrische fiets reed waarvan de remmen (in ieder geval op het moment van de aanrijding) niet goed werkten.’
Aanpassing verdeling schade vanwege jonge leeftijd en lichamelijk letsel
Omdat de fatbiker 14 jaar is en ernstig letsel opliep past de rechter een billijkheidscorrectie toe. Dit betekent dat we de verdeling van de schade aanpassen omdat we de uitkomst oneerlijk vinden. De automobilist krijgt daarom een vergoeding voor 30% van zijn schade:
‘De kantonrechter is van oordeel dat de ernst van de gemaakte fout van [eiser] , waarbij de ernst van de door [gedaagde 3] gemaakte fout mede in aanmerking is genomen, geen aanleiding geeft voor toepassing van een billijkheidscorrectie. De leeftijd van [gedaagde 3] en het letsel dat hij door de aanrijding heeft opgelopen geven dat wel, omdat [gedaagde 3] slechts veertien jaar oud was ten tijde van de aanrijding en onweersproken heeft gesteld dat hij als gevolg van de aanrijding botbreuken heeft opgelopen, een operatie heeft moeten ondergaan en nog enkele andere lichamelijke en geestelijke klachten ervaart. Dit alles leidt tot de slotsom dat de billijkheid eist dat 70% van de schade voor rekening van [eiser] komt en 30% voor (de ouders van) [gedaagde 3] .’
Geldt de 50% regel bij een beroep op de reflexwerking van artikel 185 WVW?
Bij een beroep op de reflexwerking van artikel 185 WVW geldt de 50% regel niet. Als de bestuurder van een motorvoertuig schade wil verhalen op een voetganger of fietser dan kan een beroep worden gedaan op de reflexwerking van artikel 185 WVW. Een deel van de schade blijft dan voor rekening van de bestuurder van het motorvoertuig. De rechter lijkt in dit geval ten onrechte ook de 50% regel toe te passen.
Wat kan ik doen na een aanrijding met een fatbike?
Een beroep op de reflexwerking van artikel 185 WVW is niet mogelijk als een fatbike is opgevoerd of voorzien van een gashendel. In dat geval is de fatbike namelijk geen fiets maar een motorvoertuig. Het is in dat geval wel belangrijk dat wordt vastgesteld dat de fatbike is opgevoerd of is voorzien van een gashendel.
Gratis rechtsbijstand en advies bij letselschade
Bel naar 0800 44 55 000, stuur een e-mail naar info@letselschadeadvocaat.nl of vul het onderstaande contactformulier in.
Bron: www.rechtspraak.nl Rechtbank Den Haag 16 september 2025, ECLI:NL:RBDHA:2025:17049